Je staat met je “vrienden” te wachten voor het lokaal tot de docent je naar binnen laat voor de presentatie van je project. Je vrienden fluisteren net gniffelend over een klasgenoot die nietsvermoedend een eindje verderop met zijn vrienden staat.
‘Ik haat hem echt,’ zegt een van je vrienden. ‘Hij maakt alles gewoon zo awkward.’
‘Hij maakt ook overal een grap van. Als hij maar niet de intro van onze presentatie verpest,’ voegt je andere vriendin toe.
‘Ja hij denkt super grappig te zijn, iedereen lachen behalve de docenten,’ zeg je instemmend. Ergens voel je direct een steek van schuld; eigenlijk mag je de klasgenoot waar je vrienden het over hebben, maar je houdt het voor je, want wat als je vrienden je afstoten? Jou gaan negeren? Over jou gaan roddelen? Nee, dat wil je niet. Dus hou je het voor je en roddel je rustig verder met je vrienden, de steek van schuld negerend.

Herken je dit? Heb jij dit ook wel eens meegemaakt? Je bent niet de enige. Ik zat in hetzelfde schuitje: Vorig jaar zat ik voor een project samen met mijn twee vriendinnen in een groepje. Twee jongens moesten bij ons, omdat we groepjes van vijf moesten vormen. In het begin vond ik dat helemaal niks; ik vond het luilakken. Ik dacht dat ze geen kwaliteitswerk leverden en alles tot het eind uitstellen. Wat bleek? Ja oké, ze stelden best wel veel uit, maar ze leverden wel kwaliteitswerk.

Samen met één jongen – vanwege privacy redenen noem ik hem Corwin (dit is dus een fictieve naam) – moest ik het verslag voor het project opmaken in Adobe InDesign, een programma waarin je documenten opmaakt voor drukwerk en digitale publicaties. Ik was nog geen professional in het ontwerpen van documenten, maar hij wel. We spraken af dat we via Teams een meeting deden en dat ik mijn scherm deelde van het InDesign bestand. Zo hadden we het samen voor een groot deel opgemaakt. Aan het eind bleven we nog even hangen en kletsten we wat. We hadden het over de andere vakken en hij liet wat van zijn werk zien. Uiteindelijk hadden we het erover dat ik ontwerpen heel erg leuk vind, maar dat ik het lastig vind om buiten de box te denken, wat onze opleiding wel van ons vraagt. Hij vond dat altijd heel vervelend als anderen dat hadden, zei hij en hij deelde zijn scherm waar Adobe Illustrator open stond. Hij maakte een gezicht van een paar vormen. Toen hij klaar was zei hij: ‘Nu jij.’

Aan het eind concludeerden we: ik kan wel buiten de box denken. Dankzij hem weet ik dat. Hij liet me die avond niet alleen dat inzien, maar het was ook nog eens super gezellig. Ik kon mezelf zijn, ik kon grappen met hem. Ik was op mijn gemak. Maar zodra ik op school was met mijn twee vriendinnen, negeerde ik hem en gedroeg ik me kortaf en afstandelijk naar hem. Het hielp ook niet echt mee dat ik hem nog niet echt in het echt had gezien, doordat we toen al driekwartjaar online les hadden. Maar ook paste ik me aan, omdat ik ergens bij wilde horen: bij mijn vrienden.

Doordat ik me anders voordeed dan dat ik ben, wijs ik dingen af die ik leuk vind, mensen die ik aardig vind en daarmee wijs ik uiteindelijk mezelf af. Want door mijn gedrag negeert Corwin me nu. En daar voel ik me rot over, want ik wil niemand kwetsen. Waarom pas ik mezelf dan toch aan? Omdat het best eng kan zijn om mezelf te zijn.

Iemand vertelde me laatst dat als je jezelf bent, gaat voor wat jij denkt dat juist is, er op een gegeven moment vanzelf mensen naar jóú toekomen. Mensen die bij jóú passen. Als ik mijn leven van een afstandje bekijk, verbaas ik me erover dat diegene nog gelijk had ook. Voor mijn studie ben ik verhuisd naar een studentenhuis en daar heb ik een bijzonder persoon ontmoet: een jongen dat nu een van mijn beste vrienden is. En mijn schoonbroer. Ja ja, mijn beste tweelingzus heeft eindelijk een vriend. Maar goed, vanaf moment een waren we met z’n drietjes helemaal op ons gemak. Het was alsof hij al jaren bij de familie hoorde. En ik ontmoette hem op een moment waarop ik helemaal mezelf was. Alleen ben ik toen ik begon met mijn opleiding teruggevallen in het aanpasgedrag dat ik vroeger had. Dat kan soms gebeuren en dat is niet erg. Het verschil met toen en nu is, is dat ik weet dat mezelf zijn me meer brengt dan me aan te passen, want me iedere dag weer de moed geeft om te proberen mezelf te zijn.

Ik heb nu iets met mezelf afgesproken: ik zeg vanaf nu op een vriendelijke en respectvolle manier wat ik ergens van of iemand vind. Ook als iemand anders het daar niet mee eens is.

Veel liefs,

Lilianne

Merk je zelf dat je je wel eens anders voordoet dan dat je bent? Dat je iets heel anders zegt dan dat je wil? Hoe ga jij ermee om? Hoe voel jij je erdoor? Deel je ervaring op het forum en misschien ontmoet je anderen die hetzelfde doormaken als jij. 

Door Iris